Een probleem is de geboorteplaats van een schitterende oplossing. Bron onbekend

Logo admin tekstbureau Katharos Schrijftips

Mijn docent Bedrijfsjournalistiek (Bert Reesinck 1928-2016) zei ooit tegen mij: “De krant is een meneer!” Zelf had ik er nooit bij nagedacht dat de krant… mannelijk is. Ook dat is onze Nederlandse taal!

Zonder een Neerlandicus van jou te willen maken, volgen hier praktische tips en schrijftips. Doe er je voordeel mee!

Vermijd ambtelijke taal!

NIET DOEN…………………………… VOORAL DOEN! ……………………………
 Aan de hand van  Met
 Bij wijze van  Als
 Derhalve  Dus
 Destijds  Toen
 Dientengevolge  Daardoor
 Elders  Ergens anders
 Enerzijds  Aan de ene kant
 Indien  Als
 In de nabijheid van  Bij
 In aanmerking genomen  Ondanks
 In mindere mate  Minder
 In ogenschouw nemen  Bekijken
 Mede  Ook
 Met behulp van  Met, Door
 Met betrekking tot  Over

 

Tips voor het schrijven van een persbericht.

Hoe schrijf je een persbericht? Geef antwoord op de zogenaamde 5 W’s én op de vraag ‘Hoe’. Hiermee heb je in grote lijnen de inhoud van jouw persbericht te pakken:
►    Wie
►    Wat
►    Waar
►    Wanneer
►    Waarom en
►    Hoe.

Wat is communicatie in het kort?

Zeg wat je doet, doe wat je zegt én
laat zien / horen dat je doet wat je zegt.

Herhaling

Herhaling is de kracht van de boodschap! Vooral bij communiceren.

Schrijven

Je zult het geloven of niet: Schrijven = Schrappen!

Dit is een uitspraak van woordkunstenaar Godfried Bomans (1913-1971). Door overbodige woorden te schrappen wordt de tekst vaak krachtiger.

Schrijfhulp

Maak korte in plaats van lange zinnen. Zorg ook voor afwisseling in de lengte van de zinnen.
Schrijf direct; vermijd de lijdende vorm (het woord: worden).
Schrijf ontvangergericht in plaats van zendergericht.
Gebruik geen vaktaal (jargon).
Het gesproken woord staat tussen dubbele aanhalingstekens.
Te veel vette of onderstreepte woorden maken tekst onrustig.
Dit geldt ook voor enkele aanhalingstekens. Ga er spaarzaam mee om.

 

Trek aandacht!

Een beeld zegt meer dan 1.000 woorden.
Klik hier voor de proef op de som.

d of dt?

Een veel gesignaleerde schrijffout. Schrijf je een bepaald werkwoord met een d of met dt? Plaats geen t achter het werkwoord als het woord ‘ik’ ervoor staat of als het woord ‘jij’ achter het werkwoord staat. Concreet: ‘ik word’ of ‘word jij’ is juist.

Je schrijft er wel een t achter als hij, zij of u achter het werkwoord staat. Zo ook schrijf je een t als hij, zij, u én jij vóór het werkwoord staat.

Vind je dit ingewikkeld? Een ezelsbruggetje is er ook! Vervang het werkwoord waarover je twijfelt (bijvoorbeeld het woord worden) door het werkwoord maken. In plaats van ik word dus: ik maak. En in plaats van word jij: maak jij. Dan wordt al snel duidelijk hoe het moet. Een kind kan de was doen.

Teveel of te veel?

Te veel schrijf je los van elkaar als het ‘meer dan nodig’ betekent. Teveel schrijf je aan elkaar als je het als zelfstandig naamwoord gebruikt. Voorbeelden:

  • Zij eet bijna altijd te veel.
  • Er is een teveel aan patatkramen in het dorp.

Zover of zo ver?

Zo ver schrijf je los van elkaar als het om een afstand gaat. In alle andere gevallen schrijf je zover aan elkaar. Enkele voorbeelden:

  • Het is niet meer zo ver naar de bergtop.
  • Zij gooit de bal zo ver mogelijk van haar weg.
  • Tot zover de inleiding van dit boek.

Helaas zijn er ook wel eens twijfelgevallen. Mogelijk levert in zo’n situatie Google of Onze taal dan een oplossing. Blijven oefenen is het devies.

Evengoed of even goed?

Evengoed aan elkaar betekent: even zeer, met hetzelfde resultaat. Even goed los van elkaar betekent: net zo goed. Enkele voorbeelden:

  • Het had evengoed gisteren al gebeurd kunnen zijn.
  • Zij was op school even goed als haar vriendin.

Die of dat?

Wanneer gebruik je die of dat als betrekkelijk voornaamwoord?

Het woord dat gebruik je wanneer je verwijst naar een het-woord (het meisje dat daar loopt).

Die gebruik je wanneer je verwijst naar een de-woord of meervoud (de hond die daar loopt of de honden die daar lopen).